18.11.12

Het kan niet


Het kan niet
Zin in het leven hebben. Dat is belangrijk. Ik heb het pas geleerd.
Het was zondag toen hij zei: ‘Schat, het kan niet.’ Ik wist niet dat die drie woorden zoveel kunnen betekenen. Het kan niet. Ik was thuis, alleen. De tranen renden snel naar mijn mond toe. Ik kon niet meer ademhalen. Ik kon niet meer denken. Het was uit, klaar, punt. Alles verloor zijn betekenis op dat moment: liefde, vertrouw, geloof, familie, toekomst. Alles. Eten zelfs. Het kon mijn niet schelen dat ik geen adem kreeg. Ik had het niet meer nodig.
Ik was wellicht in slaap gevallen rond 12 uur. Mijn kussen was nat door mijn tranen. Daardoor moest ik weer huilen, alles kwam weer naar boven. Hij is er niet meer. Ik besta ook niet meer. Niet zonder hem. Ontbijt: overslaan, ik eet later wel iets. Lunch: overslaan, het heeft toch geen zin meer. Slapen, dat was mijn nieuwe hobby geworden. Dromen over hem. In mijn dromen kon het nog wel!
Na een week had mijn moeder het ook gemerkt. Er gaat iets niet goed. Ik was afgevallen, helemaal wit – zag ik net in de spiegel. Wat kan het mij schelen? Er zou nooit een ander prins komen. En als prinsen weg zijn, komen ze natuurlijk ook niet terug..
Ik leefde in mijn droomwereld, waar mensen nooit weg kunnen gaan. Een droomwereld, maar geen echt leven.
Ik voelde me steeds slechter. Ik moest steeds overgeven en ik was bang op straat. Ik kon niemand vertrouwen. Ik wilde niet meer met mensen omgaan. Het kan niet. Ze blijven maar doorvragen: alles goed? Hoe is het? Gaat het goed? NEE! Het doet ongelofelijk veel pijn. Maar ik kon het niet zeggen. Ik praatte niet meer. Wat moest ik eigenlijk zeggen? Niets meer was genoeg belangrijk om erover te gaan vertellen.
Pijn. Dat was mijn laatste herinnering over hem. Pijn betekent hem. En ik wilde hem niet loslaten of vergeten. Ik bleef maar lijden, huilen, kreunen. Alleen, maar toch met hem.
Twee weken later kreeg ik een smsje van een kennis van me. ‘goeiemorgen lekkerding, lang niet gezien! Hoe is het met je?’
Het was de eerste keer dat het geen pijn deed. Ik voelde me nog steeds leeg en gebroken, maar hij gaf me iets. Hoop. Misschien moet ik maar met hem afspreken. Ik wil hem zien. Ik wil alles aan hem vertellen. Alles kwijtraken. Verleden, pijn en mijn droomwereld. Ik wilde weer een normale leven hebben. Misschien zou ik nog wel eens lachen. Met mijn vrienden. Op het strand.
Hij gaf me de kracht om alles opnieuw te kunnen beginnen.

No comments:

Post a Comment